FANFARA STATION - TEBOURBA

Nooit eerder gehoord van dit trio dat zijn uitvalsbasis in zowel Napels als Firenze heeft en dat een redelijk unieke muziekvorm bedrijft: een mix van brassband en elektronica met Noord-Afrikaanse zang en percussie. U leest dat goed, maar vooraleer u zich allerlei rare dingen in het hoofd haalt, kan u best even gaan luisteren op het wereldwijde web: daar circuleren namelijk nogal wat filmpjes van het bijzondere gezelschap. Marzouk Mejeri, wiens Tunesische vader met zijn “marching band” de directe inspiratiebron was voor dit trio -die papa was trouwens één van de eersten om in Tébourba, Tunesië de straat op te trekken met zijn muzikanten-, speelt allerlei blaasinstrumenten en percussie én hij is ook de zanger met dienst. Trompet en trombone zijn in handen van de uit San Francisco afkomstige Charles Ferris en Marco Dalmasso, alias “Ghiaccoli e Branzini” -betekent zoiets als “ijspegels en zeebaarzen”- is de heer van de elektronica, die met allerlei loops, effecten en geluidendoosjes, de muziek van de straat naar de dansvloer vertaalt. Dat laat vermoeden -en zo blijkt het ook te zijn- dat concerten van de drie, redelijk feestelijke aangelegenheden zijn en dat zich tussen de tientallen kabels en evenveel instrumenten dingen afspelen, die in de zaal redelijk uitzinnige toestanden weten te veroorzaken.

Bekroningen zoals die met de Italiaanse World Music Award in 2019 en een selectie voor de Covid-editie van Womex 2020 waren enkele tastbare gevolgen van de populariteit van de band, die eind 2018 met deze “Tebourba” een eerste plaat uitbracht die jammer genoeg flink door Corona genekt werd, maar nu toch tot bij ons geraakt. Dat doet me meteen vermoeden dat de band, met een jaartje vertraging, zinnens is een aanval in te zetten op de Europese festivalpodia, iets wat ik alleen maar kan toejuichen. Enfin, ik zag de gasten nooit live aan het werk, maar deze plaat voorspelt bijzonder veel goeds. Ze bevat niet méér dan 9 nummers, maar het volstaat eigenlijk dat je de eerste vijftig seconden van opener “Dammne” hoort, om volledig “verkocht” te geraken: er wordt meer dan enthousiast gespeeld en gerapt en de tekst, gericht aan “Monsieur Le Président” liegt er ook niet o. Ik denk dat je voor dit soort teksten in Spanje de gevangenis in draait.

Met “As I Am” en “Sus”krijg je, naar mijn gevoel toch, het meest karakteristieke nummer van de band: heel langzaan en traag opbouwen tot een rasecht techno-sfeer ontstaat, waarmee elk beetje DJ elke dansvloer tot een kolkende poel van zweterige lijven kan omtoveren. De plaat wordt overigens afgesloten met een re-edit lix van datzelfde “Sus” en die komt, zo mogelijk, nog opzwepender uit de hoek. Tussendoor heb je nog recht op “Canzone Arrabiata” (“boze liedjes”) “Mariage”, waarbij ik het niet kon helpen dat ik aan onze eigen Orchestre International de Vetex moest denken, iets wat me trouwens wel eens vaker overkomt, als ’t heel plezant is- en het geweldige “Rahil”, waarin de speelse en subtiele percussie-accentjes heel knap in duet gaan met trombone en trompet. Al met al is dit gewoon een heel leuke kennismakingsplaat: geen seconde verveling en je krijgt zan platen als deze zo’n goesting in live muziek, dat een jaar Covid plots in het niets lijkt te verzinken. God, wat gaan we een fijne muziekzomer tegemoet, als ik dit soort dingen hoor!

(Dani Heyvaert)


Artiest info
   
 

Label: Agualoca Records
distr.: Xango

video